1904 – 1944
Glenn Miller’s invloed op de geschiedenis van de jazz vertegenwoordigt een tegenstrijdigheid. Hoewel veel jazzliefhebbers zijn gedisciplineerde, onorthodoxe aanpak afkeurden, genoot Millers muziek een onmiskenbare populariteit en succes bij het publiek van de jaren 1940, en charmeert het luisteraars vandaag de dag nog steeds. “Sommige critici,” zei Miller in 1940, “wijzen met de vinger naar ons en beschuldigen ons ervan de echte jazz te verlaten.” Hij concludeerde toen: “Het zit hem allemaal in wat je definieert als ‘echte jazz’.” Ongeacht de kritiek die hij kreeg, wijdde Miller zijn leven aan het maken van plezierige muziek, niet om zijn critici tevreden te stellen, maar om zijn luisteraars te vermaken.
Miller’s vroege jaren
Glenn Miller werd geboren als Alton Glenn Miller op 1 maart 1904 in Clarinda, Iowa. Zijn ouders, Elmer en Mattie Lou Miller, verhuisden hun familie al snel van Iowa naar Nebraska, Missouri, en uiteindelijk naar Fort Morgan, Colorado. In elk van deze nieuwe steden zette Miller’s muzikale ontwikkeling een nieuwe stap. Tijdens het verblijf van zijn familie in Nebraska, bracht Miller’s vader hem een mandoline, die de jongen al snel inruilde voor een oude hoorn. In Missouri begon hij voor het eerst trombone te spelen als lid van een stadsband. Toen zijn familie in 1918 naar Fort Morgan verhuisde, voedde Miller zijn muzikale talenten door lid te worden van zijn high school band.
Strijd naar de top
Meteen na het behalen van zijn high school diploma in 1921, trad Glenn Miller toe tot de Boyd Senter band, de eerste van een reeks muzikale groepen waar hij lid van zou worden. Later verliet hij deze groep om in 1923 naar de Universiteit van Colorado te gaan, maar al snel gaf hij zijn college-carrière op om zijn liefde voor muziek na te jagen. In de daaropvolgende jaren verhuisde hij naar Los Angeles en werd lid van Ben Pollack’s band, waarna hij in 1928 naar New York City kwam, waar hij werkte als trombonist en muzikaal arrangeur. In die tijd trouwde Miller met Helen Burger, zijn studievriendin. Miller werkte daarna voor het Dorsey Brothers Orchestra, organiseerde een orkest voor Ray Noble, en studeerde muziektheorie en compositie bij Joseph Schillinger.
Miller nam in 1934 voor het eerst onder zijn eigen naam op, terwijl hij nog steeds bij het Noble orkest werkte. Daarna, in 1937, probeerde hij zijn eigen band op te richten, die weinig populariteit verwierf. Na ontbinding en reorganisatie van zijn groep, vond Miller eindelijk succes in 1938, toen Glenn Miller en zijn orkest een optreden kregen in het Glen Island Casino in New Rochelle, New York. De record brekende menigte van 1800, cementeerde de stijging naar roem voor Glenn Miller en zijn Orkest. Van daaruit begon hij platen op te nemen zoals “Tuxedo Junction” waarvan in de eerste week 115.000 exemplaren verkocht werden en zijn orkest kreeg een optreden in Carnegie Hall. In 1942 overhandigde RCA Victor Miller de eerste gouden plaat voor “Chattanooga Choo-Choo”, dat een van de meest succesvolle nummers en opnames uit de muziekgeschiedenis is geworden. Miller’s opname werd opgenomen in de Grammy Hall of Fame in 1996. Mr. Miller’s orkest verscheen ook in twee films, “Sun Valley Serenade” en “Orchestra Wives”. In 1942, op het hoogtepunt van Miller’s populariteit besloot hij te stoppen met zijn leven als burger en bood hij zijn diensten aan voor de oorlogsinspanning. Hoewel hij te oud was (38 jaar) om opgeroepen te worden en men hem vertelde dat ze zijn diensten niet nodig hadden, vond hij uiteindelijk toch zijn plaats als leider van een legerband. Hij klom al snel op tot kapitein en vermaakte de Geallieerden. Glenn Miller’s tijd in het leger had een enorme impact voor de komende jaren. Hij vormde een 50-koppige Army Air Force Band die hij in de zomer van 1944 naar Engeland bracht en meer dan 800 optredens gaf. Hij werd bevorderd tot majoor en begon platen op te nemen voor de oorlogsinspanning. Hij nam op in de Abbey Road Studios waar de Beatles de meeste van hun opnames zouden maken. Op 15 december 1944 zou Miller uit het Verenigd Koninkrijk vliegen en was hij op weg naar Frankrijk om zijn band te helpen organiseren en een meer permanent onderkomen te zoeken in Parijs. Helaas haalde zijn eenmotorige vliegtuig de vlucht niet en zijn vliegtuig ging verloren op zee toen hij over het Engelse Kanaal vloog. Hij liet zijn vrouw Helen en zijn twee zeer jonge kinderen achter. In 1953 werd het levensverhaal van Major Glenn Miller verfilmd in de film “The Glenn Miller Story” met Jimmy Stewart in de hoofdrol. Vandaag de dag wordt de erfenis van Glenn Miller voortgezet door zijn opnames en de enorme impact die hij had met zijn orkest en het kenmerkende geluid dat hij creëerde. Het big band tijdperk van de late jaren 30 en vroege jaren 40 zou niet compleet zijn zonder Miller’s opnames van “Moonlight Serenade” en “In the Mood.” Zij definieerden het tijdperk.