Samenvatting
De secretie van atriumnatriuretisch peptide (ANP) bij hartfalen is verhoogd. De mogelijk gunstige effecten ervan bij hartfalen zijn te danken aan een vermindering van het volume en de belasting van het hart door de vaatverwijdende, diuretische en natriuretische eigenschappen. Bij patiënten met ernstig congestief hartfalen verbeteren farmacologische doses intraveneuze infusies van ANP de ventrikelfunctie door de pre- en afterload te verminderen. Bij patiënten met hartinsufficiëntie onderdrukt ANP de secretie van aldosteron en in geringe mate van cortisol, waardoor de plasmaspiegels van renine, noradrenaline, prostacycline en prostaglandine E2 onveranderd blijven. De diuretische en natriuretische effecten van ANP bij hartfalen worden echter aanzienlijk afgezwakt. Vergelijkbare resultaten zijn verkregen in diermodellen van hartfalen, waarbij de hemodynamische, neurohumorale en renale veranderingen over een gehele dosis-responscurve zijn bestudeerd met gebruikmaking van unfusiesnelheden die de plasmaspiegel van de ANP binnen het pathofysiologische en farmacologische bereik verhogen.
Er zijn aanwijzingen uit dierstudies in experimentele modellen van hartfalen dat de ANP belangrijk kan zijn bij de pathogenese van hartfalen in de vroege fase van de ziekte, waarin de ANP de activiteit van het renine-angiotensine-aldosteron systeem kan onderdrukken. In latere fasen van hartfalen worden deze effecten van de ANP tenietgedaan, waarschijnlijk door een ernstiger stoornis van de bloedsomloop, die een toename veroorzaakt van vasoconstrictiemechanismen zoals het renine-angiotensine-aldosteronsysteem en vasopressine. In tegenstelling tot de vroege fase van hartfalen, waarin de perifere vaatweerstand, de renale bloedstroom en de renale vaatweerstand niet toenemen, neemt door de activering van vasoconstrictiemechanismen de perifere vaatweerstand en de renale vaatweerstand toe en daalt de renale bloedstroom. De verzwakking van de renale effecten van ANP bij hartfalen is mogelijk toe te schrijven aan de verschillende hemodynamische omstandigheden, met name in de nieren, aan een vermindering van de specifieke bindingsplaatsen voor ANP of mogelijk aan een snelle afbraak van ANP in de nieren. Tegenregulerende neuro-humorale systemen kunnen ook van belang zijn, zoals het renine-angiotensine-systeem, sympathische zenuwactiviteit en vasopressine.