Asystole wordt gedefinieerd als een hartstilstandritme waarbij er geen waarneembare elektrische activiteit is op de ECG-monitor. Daarom wordt er soms naar verwezen als een “vlakke lijn”. Bevestiging dat een “vlakke lijn” werkelijk asystolie is, is een belangrijke stap in het ACLS-protocol.
Vergewis u ervan dat asystolie niet een ander ritme is dat op een “vlakke lijn” lijkt. Fijne VF kan asystolie lijken, en een “vlakke lijn” op een monitor kan het gevolg zijn van een bedieningsfout of een storing in de apparatuur.
De volgende oorzaken van een iso-elektrische lijn die geen asystolie is, komen vaak voor: 1. losse of losgekoppelde afleidingen; 2. verlies van stroom naar de ECG-monitor; 3. lage signaalversterking op de ECG-monitor.
Asystolie is voor veel patiënten het gevolg van een langdurige ziekte of hartstilstand, en de prognose is zeer slecht. Weinig patiënten zullen waarschijnlijk een positieve uitkomst hebben en een succesvolle behandeling van een hartstilstand met asystole zal meestal de identificatie en correctie van een onderliggende oorzaak van de asystole inhouden.
De H’s en T’s van ACLS moeten worden doorgenomen om een onderliggende oorzaak te identificeren die de asystole kan hebben bespoedigd.
Enkele van de meest voorkomende redenen om reanimatie te stoppen of te staken zijn:
- DNR status
- Bedreiging van de veiligheid van de hulpverleners
- Familie of persoonlijke informatie zoals een levenstestament of geavanceerde richtlijn
- Rigor mortis
Asystole wordt behandeld met behulp van de rechtertak van het Cardiac Arrest Algoritme. Klik hieronder om het diagram van het hartarrestalgoritme te bekijken. Als u klaar bent, klikt u nogmaals om het diagram te sluiten.
Bekijk het diagram van het algoritme voor hartstilstand.
Leden kunnen het PDF-document in hoge resolutie hier downloaden.
Vasopressoren
Een vasopressor is een medicijn dat vasoconstrictie en een stijging van de bloeddruk veroorzaakt. De vasopressor die wordt gebruikt voor de behandeling binnen de rechtertak van het algoritme voor hartstilstand is epinefrine.
Epinefrine wordt vooral gebruikt vanwege de vasoconstrictieve effecten. Vasoconstrictie is belangrijk tijdens reanimatie omdat het helpt de bloedstroom naar de hersenen en het hart te vergroten.
Bij de behandeling van asystolie kan epinefrine zo snel mogelijk worden gegeven, maar de toediening ervan mag het starten of voortzetten van de reanimatie niet vertragen. Na de eerste dosis wordt elke 3-5 minuten epinefrine gegeven.
Ritmecontroles moeten na 2 minuten (5 cycli) reanimatie worden uitgevoerd. Beperk de ritmecontroles tot minder dan 10 seconden om onderbrekingen van de reanimatie tot een minimum te beperken. Pulscontroles moeten worden uitgevoerd wanneer een ritmecontrole een verandering in het ritme aan het licht brengt naar een ritme dat georganiseerd is en een puls zou kunnen opwekken.