Artesische put, put waaruit water stroomt onder natuurlijke druk zonder pompen. Hij wordt gegraven of geboord op plaatsen waar een licht hellende, doorlatende rotslaag (zoals zandsteen) water ontvangt langs de uitsteeksels ervan op een niveau dat hoger ligt dan het niveau van het grondoppervlak op de puttenlocatie. Bij de uittrede beweegt het water zich omlaag in de aquifer (waterhoudende laag), maar wordt door ondoorlatende gesteentelagen (zoals schalie) erboven en eronder tegengehouden om deze te verlaten. De druk van het gewicht van het water (hydrostatische druk) dwingt het water naar de oppervlakte van een put die in de aquifer is geboord; de druk voor de gestage opwaartse stroming wordt gehandhaafd door het voortdurend binnendringen van water in de aquifer bij het inlaatgebied.
Op plaatsen waar de bovenliggende ondoordringbare rotsen zijn doorbroken door verbindingen of breuken, kan water daar doorheen ontsnappen om als artesische bronnen naar de oppervlakte te stijgen. In sommige gebieden zijn artesische putten en bronnen een belangrijke bron van water, vooral in dorre vlakten die grenzen aan bergketens waar neerslag valt. De snelle ontwikkeling van nieuwe putten door overboring heeft er echter toe geleid dat de druk in veel artesische systemen is afgenomen. Als gevolg daarvan zijn de meeste artesische putten nu uitgerust met pompen.