Terwijl de baby in de baarmoeder zit, drijft hij in het amnionvocht. De hoeveelheid vruchtwater is het grootst rond 34 weken zwangerschap, wanneer het gemiddeld 800 mL is. Ongeveer 600 ml vruchtwater omringt de baby bij een voldragen zwangerschap (40 weken zwangerschap).
Het vruchtwater beweegt (circuleert) voortdurend als de baby het vocht inslikt en “inademt”, en het vervolgens weer afgeeft.
Het vruchtwater helpt:
- De baby in ontwikkeling beweegt in de baarmoeder, waardoor de botten goed kunnen groeien
- De longen ontwikkelen zich goed
- Vermindert druk op de navelstreng
- Houdt een constante temperatuur rond de baby, en beschermt tegen warmteverlies
- Beschermt de baby tegen verwondingen van buitenaf door plotselinge klappen of bewegingen op te vangen
Te veel vruchtwater wordt polyhydramnio genoemd. Deze aandoening kan optreden bij een meerlingzwangerschap (tweeling of drieling), aangeboren afwijkingen (problemen bij de geboorte) of zwangerschapsdiabetes.
Te weinig vruchtwater staat bekend als oligohydramnio. Deze aandoening kan optreden bij een late zwangerschap, gescheurde vliezen, een verstoorde placenta of foetale afwijkingen.
Aanzienlijke hoeveelheden vruchtwater kunnen de zorgverlener ertoe aanzetten de zwangerschap nauwlettender in de gaten te houden. Door een vruchtwaterpunctie kan informatie worden verkregen over het geslacht, de gezondheid en de ontwikkeling van de foetus.