Het verschil tussen vaste en variabele kosten is dat vaste kosten niet veranderen met de activiteitsvolumes, terwijl variabele kosten nauw verbonden zijn met de activiteitsvolumes. Vaste kosten worden dus over een bepaalde periode gemaakt, terwijl variabele kosten worden gemaakt naarmate er eenheden worden geproduceerd.
Dit verschil is een essentieel onderdeel van het begrip van de financiële kenmerken van een bedrijf. Als de kostenstructuur voornamelijk uit vaste kosten bestaat (zoals bij een olieraffinaderij), zullen managers eerder geneigd zijn laaggeprijsde aanbiedingen voor hun producten te accepteren om voldoende omzet te genereren om hun vaste kosten te dekken. Dit kan leiden tot een verhoogd concurrentieniveau binnen een bedrijfstak, aangezien zij waarschijnlijk allemaal dezelfde kostenstructuur hebben en hun vaste kosten moeten dekken. Wanneer de vaste kosten eenmaal zijn betaald, hebben alle extra verkopen doorgaans vrij hoge marges. Dit betekent dat een bedrijf met hoge vaste kosten zeer grote winsten kan maken wanneer de verkoop piekt, maar even grote verliezen kan lijden wanneer de verkoop daalt.
Als de kostenstructuur grotendeels uit variabele kosten bestaat (zoals een dienstverlenend bedrijf), moeten managers winst maken op elke verkoop, en zijn ze dus minder geneigd om laaggeprijsde aanbiedingen van klanten te accepteren. Deze bedrijven kunnen hun kleine bedragen aan vaste kosten gemakkelijk dekken. Variabele kosten maken een relatief groot deel uit van de omzet, zodat de winst op elke individuele verkoop lager is zodra de vaste kosten zijn gedekt.
Voorbeelden van vaste kosten zijn huur, verzekering, afschrijving, lonen en nutsvoorzieningen. Voorbeelden van variabele kosten zijn directe materialen, verkoopcommissies, en creditcardkosten.
Verdere cursussen
Activity-Based Costing
Cost Accounting Fundamentals