Achtergronden: Epidemiologische analyse van familiegegevens over bloeddruk (BP) wordt vaak bemoeilijkt door de effecten van antihypertensieve medicatie. Een overzicht van talrijke klinische trials die de effecten van bloeddrukverlagende medicatie onderzochten, wordt hier samengevat.
Methoden: Gepubliceerde klinische trials, waaronder 137 klinische trials met monodrug therapieën en 28 klinische trials van combinatie drug therapieën met een totaal van 11.739 deelnemers, werden beoordeeld uit PubMed. Zes grote klassen/groepen van antihypertensiva werden ingedeeld naar etniciteit, waaronder angiotensine-converterend enzym (ACE) remmers, alfa-1-blokkers, cardioselectieve bètablokkers (bèta-1-blokkers), calciumkanaalblokkers, thiazide en thiazide-achtige diuretica, en lusdiauretica.
Resultaten: Uitgaande van de bloeddruk in zittende of liggende positie, voor alle etnische groepen tezamen, liet monodrug therapie met ACE-remmers een gewogen gemiddeld effect zien van verlaging van de systolische en diastolische bloeddruk met 12,5/9.5 mm Hg; alfa-1-blokkers met 15,5/11,7 mm Hg; bèta-1-blokkers met 14,8/12,2 mm Hg; calciumkanaalblokkers met 15,3/10,5 mm Hg; thiazidediuretica met 15,3/9,8 mm Hg; en lusdiuretica met 15,8/8,2 mm Hg. ACE-remmers, alfa-1-blokkers en bèta-1-blokkers waren echter minder effectief bij Afrikaanse Amerikanen dan bij niet-Afrikaanse Amerikanen, terwijl calciumkanaalblokkers, thiazidediuretica en lusdiuretica effectiever waren bij Afrikaanse Amerikanen dan bij niet-Afrikaanse Amerikanen. Bij combinatietherapie met twee geneesmiddelen uit verschillende etnische groepen was het bloeddrukverlagende effect van het tweede geneesmiddel, vergeleken met het effect als monodrug, 84% en 65% voor respectievelijk de systolische en diastolische bloeddruk.
Conclusies: De hier gerapporteerde bloeddrukverlagende effecten kunnen worden gebruikt om de bloeddrukniveaus vóór de behandeling toe te rekenen, wat de informatie-inhoud en daarmee de kracht van epidemiologische analyses kan verbeteren in studies waar het gebruik van antihypertensiva een verstorende factor is bij de bloeddrukmetingen.