Zo gauw kinderen ouder worden, komen ze in aanraking met grof taalgebruik, van YouTube-video’s tot online commentaren. En de laatste tijd lijkt de hoeveelheid gevloek in het openbaar nog een paar tandjes hoger te zijn gegaan. Samantha Bee werd onlangs gestraft voor het gebruik van het “C”-woord op tv, en nieuws over vervelende Twitter-posts zijn moeilijk te vermijden. Ouders kunnen van deze momenten profiteren door uit te leggen hoe shows (en andere media) aandacht krijgen voor godslastering – een strategie die deel uitmaakt van de verkoop van een product.
De fascinatie van kinderen voor taboe-woorden is natuurlijk niet nieuw. Rond de leeftijd van 5 of 6 jaar worden de meeste kinderen al opgewonden van potty language (hallo, Kapitein Onderbroek!) of elk ander woord dat ouders op stang jaagt. Deze leeftijd is een goed moment om kinderen te laten begrijpen dat er plaatsen zijn waar bepaalde taal prima is (zoals in grappige boeken), maar niet op andere (zoals aan de eettafel).
Wat kinderen intuïtief begrijpen, is dat woorden machtig zijn, en dat bepaalde woorden een grote impact hebben. Hier zijn enkele tips om met kinderen over krachtige taal te praten:
- Denk aan tijd en plaats. Wat bij jou thuis misschien geen probleem is, kan bij je beste vriend of vriendin aanstootgevend zijn. Herinner kinderen eraan dat ze hun publiek in gedachten moeten houden als ze spreken. De taal die je gebruikt bij het sms’en van je beste vriend kan wat losser zijn dan de woorden die je gebruikt in een klaslokaal of wanneer je via Skype met oma praat.
- Breid je eigen woordenschat uit. Je kunt bijna altijd wel een vervanger vinden voor een vloekwoord. Moedig kinderen aan om een thesaurus te raadplegen en creatieve alternatieven te vinden voor veelgebruikte vloeken of andere manieren om het gevoel te beschrijven dat hen aanzet tot vloeken. (Mijn zoon zegt “pindakaas” in plaats van “stommerd”. Ik gebruik vaak “vijg” als ik gefrustreerd ben.)
- Woorden kunnen pijn doen. Een naam als “trut” of “eikel” kan steken. En net zoals het niet OK is om iemand te slaan of te pesten, is het ook niet OK om iemand uit te schelden om hem pijn te doen. Bovendien kan haatdragende taal (woorden die specifiek gericht zijn tegen iemands ras, godsdienst, geslacht, enzovoort) grote gevolgen hebben. Wijs kinderen erop wanneer tv-personages elkaar uitschelden en vraag hen hoe ze de situatie anders hadden kunnen aanpakken.
- Taalgebruik zegt iets over jou. Misschien denken sommige vrienden van je kinderen dat vloeken je cool maakt, maar de realiteit is dat iemand die veel vloekt onvolwassen overkomt en helemaal niet stijlvol is. Herinner kinderen eraan dat in gedachten te houden, vooral wanneer ze hun taal de wereld insturen op sociale netwerken, online gemeenschappen, enz.
- Beperk blootstelling. Bekijk de taalsectie van onze mediabesprekingen om tv-programma’s, films, games enz. te selecteren waarvan het taalgebruik binnen je comfortniveau blijft. Zoek uit hoe je opmerkingen of toegang tot chatrooms kunt uitschakelen als kinderen ongepast taalgebruik op internet zien.