In eenvoudige bewoordingen: fictie is iets denkbeeldigs en non-fictie is iets dat waar is. Bij non-fictie gaat het om echte mensen en echte plaatsen. Bij fictie daarentegen komt alles uit de fantasie van de schrijver. Hier volgen enkele belangrijke verschillen tussen de twee soorten schrijven.
Fictie is verzonnen, non-fictie is feit
Fictieverhalen zijn allemaal verzonnen. Alle personages en plaatsen komen uit de fantasie van de schrijver. Non-fictie daarentegen is gebaseerd op feiten en is informatief. Fictieboeken worden geschreven om de lezers te vermaken, terwijl de non-fictieboeken worden geschreven om de lezers meer kennis bij te brengen. Voorbeelden van fictie zijn romans, korte verhalen, enz. Geschiedenisboeken, autobiografieën, enz. zijn non-fictie.
Fictie is uitgebreider
In fictie kan de schrijver onbeperkt met zijn of haar fantasie aan de slag. Hij kan een plot of personage zo ver uitwerken als zijn fantasie toelaat. In non-fictie moet de schrijver recht door zee zijn. Er is geen ruimte voor enige verbeelding. Het is in feite een herschikking van feiten.
Fictie kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd
Het verhaal dat door een fictieschrijver wordt geschreven, kan door het publiek op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Maar non-fictie geschriften zijn eenvoudig en direct. Ze kunnen maar op één manier worden geïnterpreteerd.
Non-fictieschrijven heeft referenties nodig
In non-fictieschrijven moet je soms referenties geven voor je geschrift en citaten bij het verhaal voegen. Dit is nodig om je verhaal of geschrift geloofwaardiger te maken. Maar bij het schrijven van fictie zijn dergelijke referenties niet nodig.
Dit zijn de verschillen tussen het schrijven van fictie en non-fictie die je in gedachten moet houden. Je moet gewoon onthouden dat fictie fantasierijk is en non-fictie waarheidsgetrouw. Fictie is leuk om te lezen en non-fictie is informatief. De volgende keer dat u een boek leest, zult u dus gemakkelijk kunnen zeggen of het fictie of non-fictie is.