Leerdoelen
- Uitleg bodemsamenstelling
Planten halen anorganische elementen uit de bodem, die als een natuurlijk medium dient voor landplanten. De bodem is de buitenste, losse laag die het aardoppervlak bedekt. De bodemkwaliteit, die samen met het klimaat in belangrijke mate bepalend is voor de verspreiding en groei van planten, hangt niet alleen af van de chemische samenstelling van de bodem, maar ook van de topografie (regionale oppervlaktekenmerken) en de aanwezigheid van levende organismen.
Bodem bestaat uit de volgende hoofdbestanddelen:
- anorganische minerale stof, ongeveer 40 tot 45 procent van het bodemvolume
- organische stof, ongeveer 5 procent van het bodemvolume
- water, ongeveer 25 procent van het bodemvolume
- lucht, ongeveer 25 procent van het bodemvolume
De hoeveelheid van elk van de vier hoofdbestanddelen van de bodem hangt af van de hoeveelheid vegetatie, bodemverdichting, en water die in de bodem aanwezig is. Een goede, gezonde bodem bevat voldoende lucht, water, mineralen en organisch materiaal om het leven van planten te bevorderen en in stand te houden.
Het organische materiaal van de bodem, humus genaamd, bestaat uit micro-organismen (dood en levend) en dode dieren en planten in verschillende stadia van verval. Humus verbetert de bodemstructuur en voorziet planten van water en mineralen. Het anorganische materiaal van de bodem bestaat uit gesteente, dat langzaam wordt afgebroken tot kleinere deeltjes die variëren in grootte. Bodemdeeltjes met een diameter van 0,1 tot 2 mm zijn zanddeeltjes. Bodemdeeltjes tussen 0,002 en 0,1 mm worden silt genoemd, en nog kleinere deeltjes, minder dan 0,002 mm in doorsnee, worden klei genoemd. Sommige bodems hebben geen overheersende korrelgrootte en bevatten een mengsel van zand, silt en humus; deze bodems worden leem genoemd.
Kernpunten
- De chemische samenstelling van de bodem, de topografie, en de aanwezigheid van levende organismen bepalen de kwaliteit van de bodem.
- In het algemeen bevat de bodem 40-45% anorganisch materiaal, 5% organisch materiaal, 25% water en 25% lucht.
- Om planten te laten leven, is de juiste mix van lucht, water, mineralen en organisch materiaal nodig.
- Humus, het organische materiaal in de bodem, bestaat uit micro-organismen (dood en levend) en rottende planten.
- Het anorganische materiaal van de bodem bestaat uit gesteente, dat uiteenvalt in kleine deeltjes zand (0,1 tot 2 mm), silt (0,002 tot 0,1 mm), en klei (minder dan 0,002 mm).
- Loem is een bodem die bestaat uit een mengsel van zand, silt, en humus.
Kernbegrippen
- leem: bodem zonder overheersende korrelgrootte die een mengsel van zand, silt en humus bevat
- humus: een grote groep natuurlijke organische verbindingen die in de bodem worden aangetroffen en die bestaan uit rottende planten en dode en levende micro-organismen